De Belgische staat veroordeeld voor misdaden tegen de menselijkheid jegens metis-kinderen in Congo

Context van het proces

Tijdens de Belgische kolonisatie van Congo werden duizenden kinderen van een blanke vader en een zwarte Congolese moeder bij hun familie weggehaald en in weeshuizen geplaatst. 
 
Vijf “metis” vrouwen hebben de Belgische staat voor het gerecht gedaagd wegens misdaden tegen de menselijkheid voor hun ontvoering en gedwongen plaatsing. In 2021 werd in eerste aanleg geoordeeld dat hun klacht geen misdaden tegen de menselijkheid inhield.

Beslissing van het hof van beroep (2024)

Op maandag 2 december 2024 heeft het hof van beroep te Brussel erkend dat de appellanten vóór de leeftijd van zeven jaar zonder toestemming van hun moeder waren ontvoerd. Deze ontvoeringen pasten in het beleid van de Belgische Staat om systematisch kinderen op te sporen en te ontvoeren die waren geboren uit een zwarte moeder en een blanke vader en die door hun moeder in [voormalig] Belgisch Congo waren opgevoed, enkel en alleen omwille van hun afkomst. 

Het Hof oordeelde ook dat hun ontvoering een onmenselijke daad van vervolging was die een misdaad tegen de menselijkheid vormde volgens de principes van het internationaal recht erkend door het Statuut van het Tribunaal van Neurenberg en veroordeelde de Belgische Staat tot het betalen van een schadevergoeding.

RCN Gerechtigheid & Democratie verwelkomt deze eerste historische beslissing in Europa

De Belgische rechtbanken hebben net een belangrijke uitspraak gedaan, waarin de schendingen door de Belgische staat tijdens de kolonisatie worden erkend. Deze uitspraak betekent een belangrijke stap voorwaarts in de gerechtelijke erkenning van koloniale misdaden en onderstreept het belang van erkenning en genoegdoening voor onrecht uit het verleden. Mogelijke gevolgen zijn eisen tot schadevergoeding, een groter bewustzijn van mensenrechten en verdere reflectie over het koloniale verleden. 


Leave a Reply